Hij is gedoopt maar zou niet weten,
bij welke club, hij is 't vergeten
en de schimmel op zijn klak verbergt de kleur
Zijn clubtrui is versleten,
door de motten aangevreten
en alles wat blijft hangen is de geur

Hij wil nog graag zijn mening geven,
zijn visie op 't studentenleven,
maar er is niemand die hem ooit nog om iets vraagt
Of hij nu roept of tiert of fluistert,
er is geen kat die naar hem luistert
want ze vinden allemaal dat hij zaagt

Zijn codex plakt van klash en pinten
en hij bezwijkt onder zijn linten
Elke schacht die hij ontmoette heeft 't berouwd
Hij is een man in hart en lever,
met wijze raad, maar 't lijkt gezever
en ook al drinkt hij veel, er wordt niet meer gespauwd

Een monument van de folklore,
maar zijn ervaring gaat verloren,
want als hij spreekt, slaat ied'reen op de vlucht
Als hij komt kijken naar de dopen,
dan gaan de schachten van hem lopen
Al doet dat pijn, hij komt altijd terug

Dus geef ze aandacht, laat ze spreken,
doe of je luistert naar hun preken
en maak een ouwe zak gelukkig en voldaan
Want ook al wil je het niet horen,
knoop één ding in je oren:
ook voor jou komt 't ouwe-zakkenschap er aan

Ze zijn in oorlog met het heden,
maar houd ze aan de praat
Ja, want baat het niet, dan schaadt het niet,
vraag een ouwe zak om raad!